Vorige
Bodemsanering van de Overste den Oudenlaan in Utrecht

Een gebied met historie

Schoon en bouwrijp

Utrecht
10/2016 - 12/2017
Infra

Van autofabriek tot oorlogsgebied en van defensiecomplex tot nieuwe woonwijk. Het gebied aan de Overste den Oudenlaan in Utrecht kent vele gezichten. In opdracht van het Rijksvastgoedbedrijf heeft Dura Vermeer het gebied gesloopt en gesaneerd. De Gemeente Utrecht kocht het grondgebied van het Rijksvastgoedbedrijf op voorwaarde dat het schoon en bouwrijp gemaakt werd voor de bouw van 600 nieuwe woningen.

IN DE BINNENSTAD

Het verlaten complex kent een uitgebreide historie. De 7,5 hectare grond in de binnenstad van Utrecht diende sinds de jaren dertig als fabrieksterrein van de ondernemer Jan Jongerius. Na zijn faillissement nam de Staat het terrein in de jaren vijftig over. Omstreeks 1958 werd het terrein in gebruik genomen als defensiecomplex. Defensie gebruikte het gebied als logistiek centrum voor haar materialen. Dat zorgde er onder andere voor dat veel brandstofproducten in de grond zijn gesijpeld waardoor de grond met ernstige bodemverontreiniging te maken kreeg.

Niet alleen de intrede van defensie maakt dit grondgebied interessant. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het gebied van de Overste den Oudenlaan bezet door de Duitsers en vervolgens gebombardeerd door de geallieerden. Welgeteld 38 bommen kwamen op de grond terecht. Doordat de kraters toentertijd zijn dichtgestopt met baksteen en puin, werden deze kraters tijdens de sanering weer zichtbaar. Ook zijn vele oude ondergrondse tanks ontdekt. Bijzondere vondsten waarvan niemand wist dat ze er zaten. Maar zelfs de Tweede Wereldoorlog markeert niet het begin. Daarvoor heeft autofabrikant Morris het grondgebied gebruikt. Tijdens de sanering kwamen dan ook diverse auto-onderdelen boven drijven, zoals kentekenplaten, remvoeringen, oude pakkingen en benzinetanks.

Vele gezichten

Van fabrieksterrein tot defensiecomplex: deze plek heeft meerdere bestemmingen gehad.

Risico bodemsanering

Op dit grondgebied is maar liefst ca. 30.000 ton vervuilde grond weggehaald.

BOMVOL UITDAGINGEN

Bij een bodemsanering is er altijd sprake van risico. Wat zit er in? Is het veilig? Kan direct begonnen worden of moeten er eerst andere stappen ondernomen worden? In oktober 2016 startte de sloop van de gebouwen, kantoren en hallen op het oude defensieterrein, waarbij in totaal 60.000 vierkante meter bebouwing is gesloopt. Vervolgens werd per vervuilde plek de bodem ontgraven, afgevoerd en is daar schone grond voor teruggeplaatst. In totaal betrof dit ca. 30.000 ton vervuilde grond.

Nadat alles was gesloopt en opgeruimd en de cadeauverpakking helemaal was verwijderd, kon de bodem gesaneerd worden. Voor deze van start ging, was grondig bodemonderzoek vereist om in kaart te brengen waar de vervuiling precies zat. Belangrijk daarbij was het onderzoek naar niet ontplofte bommen. Door het bombardement werd het gebied verdacht van 500 lbs vliegtuigbommen die mogelijk niet zijn ontploft. In samenwerking met de London National Archives is op basis van oude luchtfoto’s de volgende vraag beantwoord: hoeveel bommen zaten er in de grond en zijn deze écht allemaal afgegaan? Uit onderzoek bleek dat er destijds 38 bommen zijn gegooid en deze allemaal te herleiden waren naar een bijbehorende krater. Daarmee is dit het eerste gebied in Nederland dat puur aan de hand van historisch onderzoek met onder andere luchtfoto’s, flightrecords en squadronleader reports is vrijgegeven van explosieven.

KNAP STAALTJE OMGEVINGSMANAGEMENT

Bij infrastructurele werkzaamheden is het voor de omgeving belangrijk zo min mogelijk hinder van de uitvoering te ervaren. De sloop en sanering van het defensieterrein bracht grote uitdagingen met zich mee. Met name omdat de werkzaamheden zorgden voor stank in de omgeving. De huizen en bedrijven rondom het complex zaten daar tijdens de warme zomer dan ook middenin. Door soms de werkzaamheden stil te leggen en te wachten op de juiste windrichting, bleef de overlast beperkt. Verder zorgden de monumentale panden in de directe omgeving ervoor dat de focus continu lag op de omgeving. De trillingen van de werkzaamheden mochten slechts van een beperkt niveau zijn en aan de hand van trillingsmeters werd continu gemeten of we op het juiste niveau bleven. Door continu in gesprek te blijven met de gemeente Utrecht, de GGD en omwonenden zelf bleef de hinder dan ook minimaal.

Vragen? Onze specialisten helpen je graag!