De tijd van pilots is voorbij: waarom Dura Vermeer biobased isoleren nú opschaalt
Biobased isoleren was nog niet zo lang geleden een belofte voor de toekomst. Inmiddels is het bij Dura Vermeer concreet beleid. Het statement ‘Biobased isoleren, tenzij…’ vormt de leidraad voor alle renovatieprojecten binnen de organisatie. Maar de ambitie reikt verder: Dura Vermeer wil deze koers samen met de hele keten vormgeven.
Tijdens Springtij Forum 2025, een toonaangevend congres voor duurzame denkers en doeners, deelde Sam van Hooff – duurzaamheidsmanager gespecialiseerd in renovatie bij Dura Vermeer Bouw Heyma – de visie van het bedrijf. “We hebben elkaar echt nodig om die volgende stap te zetten,” zegt hij. “De tijd van pilots is voorbij. Technisch gezien is bijna alles mogelijk. We moeten het gewoon gaan doen.”
Waarom juist isolatie?
De keuze voor biobased isolatie is niet willekeurig. Binnen renovatieprojecten blijkt isolatie steevast tot de grootste veroorzakers van CO₂-uitstoot te behoren. “Als je kijkt naar de uitstoot van materiaalgebruik in onze renovatieprojecten, dan staat isolatie bijna altijd in de top drie van meest uitstotende materialen,” vertelt Sam. “En de stap naar biobased is eigenlijk de meest effectieve stap om isolatiemateriaal te verduurzamen.”
Dat biobased isolatiematerialen – zoals vlas, houtvezel of cellulose – daadwerkelijk bijdragen aan verduurzaming, heeft vooral te maken met het principe van CO₂-opslag. “Wat je eigenlijk ziet, is dat onderaan de streep die biobased producten veel meer CO₂ op hebben genomen tijdens de groei, dan dat er vervolgens wordt uitgestoten doordat we daar isolatieproducten van maken. Dus in feite vervangen we uitstoot door opslag.”
Praktisch toepasbaar, maar niet overal
Dat Dura Vermeer kiest voor biobased isoleren, betekent niet dat dit altijd en overal toepasbaar is. Het statement bevat niet voor niets de nuance ‘tenzij’. “Het betekent dat we waar mogelijk biobased isoleren, maar dat we daar ook nog praktisch in moeten zijn, omdat we weten dat biobased niet altijd de beste oplossing is,” zegt Sam.
Zo zijn er situaties waarin biobased minder geschikt is, zoals in vochtige spouwmuren of kruipruimtes. Ook komt het voor dat een dikker isolatiepakket nodig is om dezelfde prestaties te leveren als bij traditionele producten, wat bouwkundig niet altijd haalbaar is bij bestaande bouw. Tegelijkertijd zien de projectteams volop kansen: “Bijvoorbeeld aan de binnenkant van dakkappen, is biobased een ontzettend goede optie. Ook onder verdiepingsvloeren, in binnenwanden en bij voorzetwanden werkt het uitstekend.”
Projecten waarin biobased isoleren al werkelijkheid is
Dat biobased isoleren méér is dan een intentie, blijkt uit de projecten waarin Dura Vermeer de afgelopen maanden concrete stappen zette:
- Renovatie Zevenaar
In samenwerking met Altera past Dura Vermeer Renovatie Midden West biobased vlasisolatie toe in de daken van 40 eengezinswoningen. Dit levert een besparing van 6.440 kg CO₂ op – dat is gelijk aan 25 retourtjes van Utrecht naar Parijs.
- Transformatie sociale huurwoningen in Schiedam
In dit project paste Dura Vermeer Bouw Heyma houtvezelisolatie toe in de Metal Stud-wanden en plafonds van 11 van de 56 woningen. In totaal ging het om 1.550 m² isolatiemateriaal.
- Drenthe Woont Circulair
Dura Vermeer Bouw Hengelo realiseert 16 energieneutrale woningen in Assen. Ze worden gebouwd in hout en geïsoleerd met houtvezel. Drystack gevelstenen zorgen voor verdere circulariteit.
- Verbouwing DVIC Utrecht
Bij de verbouwing van het eigen Dura Vermeer Innovation Centre is gekozen voor houtvezelisolatie in de wanden – voorzien van kijkvensters om het materiaal zichtbaar te maken.
- Gemeentehuis Krimpenerwaard
In Krimpen aan de IJssel bouwt Dura Vermeer Bouw Zuid aan een volledig houten, circulair gemeentehuis. In de gevels wordt cellulose-isolatie toegepast.
Zonder keten lukt het niet
Hoewel de voordelen van biobased isoleren evident zijn, onderstreept Sam het belang van samenwerking binnen de keten. “Onze leveranciers betrekken we momenteel door ze uit te dagen. We weten dat ze het traditionele product kunnen leveren, maar stellen de vraag: ‘maar wat nou als we dit biobased willen doen?’ En onze opdrachtgevers? Die hebben we keihard nodig om dit te realiseren.”
Hij verwijst naar een concreet voorbeeld: “Stel we hebben bij een project meerkosten waardoor het geheel zo’n 5 procent duurder wordt. Wij kunnen daar als Dura Vermeer natuurlijk een beetje in meebewegen, maar we kunnen niet alles opvangen.” Volgens Sam moeten we dit verschil samen overbruggen, als bouwer én opdrachtgever. “Het gaat hen namelijk ook helpen met het behalen van hun CO₂-doelen en hun bewoners profiteren van een fijn(er) binnenklimaat. Bovendien zien we biobased isolatiematerialen langzaamaan goedkoper worden.”
Misverstanden de wereld uit helpen
Een belangrijke belemmering bij het opschalen van biobased toepassingen zijn de mythes die nog altijd bestaan. “Een houtvezelplaat of vlasplaat wordt niet opgegeten door dieren. Sterker nog, die vinden het helemaal niet fijn. En het idee dat biobased materiaal per definitie brandgevaarlijk is, klopt ook niet. Een traditionele EPS-plaat heeft dezelfde brandklasse als houtvezel. Bovendien: je kijkt altijd naar de opbouw van de constructie, niet alleen naar het materiaal.”
Recente brandtesten onderstrepen dat. “Er is onlangs onderzoek verschenen vanuit Nieman, Efectis en Peutz, waarin verschillende biobased opbouwen zijn getest. En je ziet eigenlijk dat die hartstikke goed voldoen aan de brandeisen die we hebben voor bijvoorbeeld scheidingswanden.”
Van isolatie naar bredere toepassingen
De ambitie van Dura Vermeer stopt niet bij isolatie. Ook in andere materiaalstromen wordt gekeken naar vervangers met een lagere impact. “Gipsplaten staan vaak in onze top 5 van meest vervuilende bouwproducten,” vertelt Sam. “Dus we zijn hard op zoek naar biobased alternatieven. Als we die brandwerend kunnen maken, zetten we opnieuw een enorme stap.”
Hij ziet daarbij een mooie rol weggelegd voor Dura Vermeer. Niet als roepende aan de zijlijn, maar als betrouwbare versneller. “Het is onze rol om goed bij de rest van de keten neer te leggen wat wij nodig hebben. En zelf moeten we ons best doen om de wensen en eisen van de rest van de keten in te vullen.”
Investeren in transitie
Tijdens Springtij Forum bracht Sam deze boodschap landelijk onder de aandacht, in gesprek met beleidsmakers, financiers en andere bouwpartijen. “Wij als bouwer waren uitgenodigd om over onze expertise te praten, maar ook om juist met de keten in gesprek te gaan. Wat hebben we nou eigenlijk van elkaar nodig om deze stap verder te zetten?”
Voor Sam is dat helder: de markt moet in beweging blijven. “We zijn op dit moment met z’n allen in een soort opschalingsfase. Het is heel logisch dat biobased producten af en toe nog wat duurder zijn. Maar als we daar niet nu met z’n allen in gaan investeren, dan gaan we nooit deze transitie helemaal kunnen maken met elkaar.”
Ook meer doen met biobased? Dan komen we graag met je in contact om te bekijken hoe we elkaar verder kunnen helpen in deze transitie.